In deze fase van de luchtoorlog was de Duitse olie-industrie bijna dagelijks doelwit van de geallieerde bombardementen. Ook op woensdag 8 november 1944 werden 36 B-17-bommenwerpers van de 379 Bomb Group voor Mission 267 ingezet. In totaal gingen 383 bommenwerpers van de 1st Bomb Division op pad voor deze missie, die zou gaan naar de rubberfabriek in Merseburg en de synthetische oliefabriek in Leuna. Negen B-17’s van de 92 Bomb Group zouden met behulp van het Oboe-systeem functioneren als de Pathfinder Force. Zij moesten met gekleurde fakkels het doel markeren voor de hoofdmacht van de 1st Bomb Division.
Door de accuraat schietende Flak, zware Duitse maskeringsrook en grote afleidingsvuren was het resultaat van het bombardement op de oliefabrieken slecht. Van de 379 Bomb Group zouden drie bommenwerpers niet terugkeren. Een daarvan was de B-17G, (42-31663, LF-G) met de bijnaam ‘Tagalong’ van het 526 Bomb Squadron.
Door Flak-treffers vielen in de omgeving van het doel twee van de vier motoren uit en een derde draaide moeilijk. De eerste piloot, 2nd Lieutenant Gerald J. Duffy, was daardoor gedwongen zijn langzaam hoogte verliezende Fortress uit de formatie los te maken.
Besloten werd zo lang door te vliegen, totdat het toestel mogelijk boven bevrijd gebied zou zijn gekomen. Even voor Geldern werd de bommenwerper opnieuw door Flak getroffen en stopte ook de derde motor. Voorbij de Duitse grens gaf Duffy opdracht om te springen.