Deze wandeling loopt door de bossen van de Testrik. Dit bos is ongeveer 100 jaar oud en kenmerkt zich door de blokstructuur met lanen. Het werd met kruiwagen en schop aangelegd rond 1907 om de woeste gronden van de Peel nuttig te maken. Akkerbouw was niet mogelijk, daarvoor was de grond te arm. Daarom legde men ‘bosakkers’ aan: lange, rechte rijen bomen van dezelfde soort, die eens in de zoveel jaar ‘geoogst’ werden. Tegenwoordig wordt het bos zo beheerd, dat ook dieren, planten en recreanten er graag komen: er mogen meer soorten groeien en het mag ruig door elkaar.
Tussen knooppunt 45 en 46 kom je langs een houten gebouw voor opslag van o.a. hout en materialen voor het wandelknooppuntennetwerk. Vroeger stond hier een bosbrandtoren van 30 meter hoog. Wanneer er hoog risico op bosbranden was, hield de brandweer wacht op de toren. De bomen waren toen kleiner dan de toren, maar nu is dat andersom. Het huis tegenover de toren had destijds een telefoon, wat nog niet overal gebruikelijk was. Zij moesten de schakelaar tijdelijk afkoppelen, zodat de brandweer de telefoonlijn kon gebruiken.
In het bosgebied de Kempkensberg, ten zuiden van de Bakelsedijk, is de lanenstructuur, die destijds vaker werd toegepast bij het aanleggen van bos, nog goed zichtbaar. De Amerikaanse eik die aan de randen van de blokken werd gebruikt is robuust en laat zich niet makkelijk verdringen door andere bomen. In de kern van een blok werd productiehout geplant, voornamelijk gebruikt als stuthout in de Limburgse mijnen en geriefhout (hakhout voor gebruik in en om het huis).
Waarom de lanen aangelegd zijn weten we niet zeker. Biodiversiteit of het verminderen bosbrandgevaar zouden redenen kunnen zijn. Of omdat de Amerikaanse eik naar Nederland is gebracht om de bosbodem te verbeteren.